Truus van der Kaaij (koorlid, sopraan)

HET LIJDEN

Beleving van de muziek 

Mij treft de weemoedige sfeer. Ik ervaar de kadans in de Matthäus Passion als mijn pulserende hartslag, de muziek krijgt daarmee voor mij een existentieel karakter. Onze dirigent Paul Waerts doet deze kadans vóór met zijn ‘lopen’, en laat ons dit ook uitdrukken in ons zingen door het benadrukken van de lange klinkers. Hij noemt de muziek van Bach ‘een eigen dialect’. Meteen als de muziek begint voel ik het ritme al, krijg ik als het ware een leeg hoofd.  De Matthäus Passion is daarmee voor mij een meditatie, want, zoals Augustinus zei: muziek is 2 maal bidden.

De Barokmuziek heeft door zijn seconde-melodie-beweging een rustig, flegmatisch karakter en valt niet in de uitersten van hemelhoog-juichend en dodelijk-bedroefd zoals in de Romantiek. Wel een doorleefd gevoel, maar niet overweldigd door het gevoel. Er blijft een verheven afstandelijkheid en evenwichtigheid. Bach is droevig, maar probeert zich te beheersen en vervalt niet in ongebreidelde hartstocht. Daarmee voelt de muziek heel volwassen aan. De beheerste droefenis behoudt zijn waardigheid. 

In mijn beleving beslaat Bachs muziek de menselijke ziel: diep gewaagd in de geest, breed uitgestrekt in het hart, en zijn muziek reikt hoog verheven. Bachs componeer-technische vakmanschap en de emotionele zeggingskracht van zijn muziek ademen een inventieve combinatie van: melodie, harmonie en ritme, die respectievelijk staan voor ons innerlijk: ons denken, voelen en willen. Bachs muziek bereikt dus alle uithoeken en diepe schachten van ons binnenste, waardoor we onszelf intenser kunnen leren kennen. 

De eerste keer dat ik de Matthäus Passion bijwoonde liet bij mij dezelfde onuitwisbare indruk achter als een religieuze ervaring, sommigen noemen dat een ervaring van ‘thuiskomen’. Deze vergelijking durf ik te maken vanuit wat ik over Bach bestudeerde. Bach wordt geniaal genoemd, temperamentvol en opvliegend, een begaafde persoonlijkheid. Ofschoon er niet heel veel bekend is, over hoe Bach dacht, weten we, ook gezien het karakter van zijn muziek, dat hij diepgelovig was.

Jezus’ lijden zouden we moeten ervaren als onze persoonlijke bijdrage aan zijn sterven, zoals we kunnen horen in het lied: Boete en Berouw. Met deze opvatting volgt Bach Luther, die vond dat wij Jezus’ lijden zouden moeten navolgen. 

Ook de tekst van de Matthäus Passion is de Lutherse tekst van het evangelie van Matthäus. 

Sommigen beweren: zonder Luther geen Bach. 

Bach zat op dezelfde Latijnse school waarop veel eerder ook Luther schoolging, en hij genoot daar christelijk onderwijs in de Lutherse traditie. 

In Luthers leven was muziek heel belangrijk, hij noemde het een goddelijke gave, geen menselijke uitvinding. Volgens Luther komt De Verlossing door het geloof. 

Bach volgde trouw de wetten van de muziek, maar in het geloof had hij sympathie voor de oecumene, destijds een aspect van De Verlichting. Hij had dus een open mind.

En een groot bevattingsvermogen: zijn muziek is complex, elke partij heeft zijn eigen melodische lijn, is een sprekende stem die iets te zeggen heeft. Ook liet Bach zijn studenten niets noteren van hun werk tot ze het hele stuk doordacht hadden! Hij had een afkeer van al doende op de piano improviseren.

Grote verbanden, getallen en symboliek

We lezen bij sommige muziekkenners dat Bach als componist eenzaam hoog boven alle andere componisten uit-troont. 

Bach verleende zijn composities een diepere betekenis door middel van symboliek. Zo zouden het relatief kortere eerste deel en het langere tweede deel van Matthäus Passion een kruis vormen.

Nog een voorbeeld van symboliek is, dat steeds bij alle teksten van Jezus hij omlijst wordt door strijkers, behalve bij zijn laatste woorden: ‘mijn God, waarom hebt gij mij verlaten.’ Daar is dus de verlatenheid hoorbaar. Vaker laat de muziek horen wat de boodschap is van de tekst.

Ook zou Bach ingewikkelde symmetrieën en omkeringen gebruiken en is het al heel lang de vraag of Bach tot de mathematische componisten behoort.

Ten tijde van Bach speelden getallen een belangrijke rol in de muziek. Ook in de literatuur werden woorden omgezet in getallen. Want in de bijbel staat: ‘Alles hebt gij naar maat, getal en gewicht geordend.’

Als A één is, en B twee, dan levert de naam Bach de som op van 14. In de Matthäus Passion wordt 14 keer naar het hart verwezen. Ook zijn er 14 koralen en komt het getal 14 vaker voor in de Matthäus Passion.

De esoterie wijst ons op grotere samenhangen, zoals het verband tussen de 7 toonsoorten, de 7 planeten en de 7 dagen van de week en de 7 hoofdmetalen. Bachs favoriete toonsoort is B-klein, de toonsoort die is gerelateerd aan: zilver, de maan, het vrouwelijke/het tere.

Pijn en lijden als onderdeel van het leven

De Matthäus Passion is geschreven voor het beleven van de Goede Vrijdag: de voorbereiding op Pasen, de opstanding. Dus staan Goede Vrijdag en Pasen tezamen, voor de ervaring van wat Goethe noemt: ‘Stirb Und Werde’, of wel: ‘de wedergeboorte’ in het christendom, of ‘second birth’ in het soefisme. Daar waar we onszelf transformeren, veredelen, en ons ego overstijgen.

Misschien ook vergelijkbaar met de mogelijkheid van het verkrijgen van ‘het eeuwig leven’, zoals bedoeld in het Boeddhisme? Het navolgen van het lijden biedt dus een positief perspectief.

-‘Geen dag zonder Bach’, zegt de Bachkenner Govert Jan Bach, pastoraal psycholoog.

-‘Elke dag zou een beetje Goede Vrijdag moeten zijn’, zegt Dirk de Wachter, de Belgische psychiater, bekend om zijn boek ‘Borderline Times’. Pijn hoort bij het leven zoals hoeken bij een driehoek. 

Pijn en lijden geven de mogelijkheid onszelf te verheffen op een hoger niveau van persoonlijkheids-ontwikkeling. Door loutering verkrijgen we wijsheid. Dit kennen we ook uit onderzoek over post-traumatische stress.

Dít nu heeft met mij te maken. Ik draag al bijna 20 jaar de theorie uit van de Positieve Desintegratie van de Poolse psychiater Kazimierz Dabrowski, die zegt, dat pijn een noodzakelijke voorwaarde is voor ontwikkeling naar zelfvervolmaking.

De eerste theoloog, Irenaeus, in de tweede eeuw na christus, zei dat de schepping van de mens niet voltooid is. Het eerste gedeelte van wat we zijn kregen we toebedeeld. Het tweede deel moeten we zelf realiseren. 

Sommigen denken dat Bach zijn cantates over treurnis en pijn schreef als troost voor zichzelf in zijn moeilijke uren, als zelftherapie. Bach heeft inderdaad een heel bewogen leven geleid. Hij was al wees toen hij 9 jaar oud was, ging bij zijn broer uit huis toen hij 15 jaar oud was. Zijn eerste vrouw overleed al toen hij 35 jaar was, hij had 7 kinderen bij haar. Bij zijn tweede vrouw kreeg hij nog 13 kinderen. 10 van deze 20 kinderen overleden jong! Hij is 8 keer verhuisd in zijn leven. Toen hij 62 jaar oud was kreeg hij een oogziekte, hij werd blind toen hij 65 was. 

Hij heeft naar ik begreep twee keer een beroerte gehad en overleed daaraan op 65 jarige leeftijd. Heftig!

Maar ik schat Bach hoger in dan dat hij schreef voor eigen troost. Ik denk dat hij wist welke kracht, welke potentie er in lijden schuilt. Want Bach besteedde zijn geld eigenlijk alleen aan muziekinstrumenten en theologische boeken, waarin hij aantekeningen maakte en passages onderstreepte: zijn studieboeken!

Bach was zeer gemotiveerd om religieuze muziek te schrijven. Hij componeerde meerdere Missen, de Hohe Messe, Johannes & Matthäus Passion, het Magnificat, enz. Inderdaad, Bach lééfde dan wel van de kerk: hij kreeg opdrachten, maar niemand zat bijvoorbeeld te wachten op zijn Weihnachtsoratorium. Dat was zijn eigen passie.

Het doel van zijn muziek beschreef hij als volgt: ‘Tot Gods eer en tot zielsverrukking’.

Goethe noemde het luisteren naar Bachs muziek de ervaring van ‘oneindige harmonie in dialoog met zichzelf’. 

Naar mijn idee: de harmonie van de hemelse sferen waarin we kunnen geraken door middel van de voorbereiding van: het meebeleven van het lijden in de Matthäus Passion.